Nieuws

Onkruid vergaat niet, luidt het gezegde. Maar wat is onkruid? Wat de een als ongewenst beschouwt, wordt door de ander juist gekoesterd en gestimuleerd. In de natuurinclusieve leefomgeving heeft die laatste opvatting de toekomst. Een nieuwe manier van kijken naar spontaan opgekomen begroeiing is in opkomst.

Veranderende beeldkwaliteit: van ‘netjes’ naar ‘gevarieerd’

Nieuws

Onkruid vergaat niet, luidt het gezegde. Maar wat is onkruid? Wat de een als ongewenst beschouwt, wordt door de ander juist gekoesterd en gestimuleerd. In de natuurinclusieve leefomgeving heeft die laatste opvatting de toekomst. Een nieuwe manier van kijken naar spontaan opgekomen begroeiing is in opkomst.

Spontane begroeiing in Maanwijk Leusden

Beeldkwaliteit

Bij de traditionele kijk op beheer van groen in de openbare ruimte draait het meestal om de beeldkwaliteit: het moet er vooral ‘netjes’ uitzien. Alles wat niet is bedacht, ingetekend en aangeplant, verstoort het gewenste beeld en moet dus met wortel en tak worden uitgeroeid. De groenbeheerder voert dan ook vaak een verbeten strijd tegen wat spontaan groeit en bloeit. Hoe strakker het door de ontwerper bedachte eindbeeld, hoe heviger de ‘oorlog’ tegen de ongewenste begroeiing.

In die ‘oorlog’ worden zware chemische wapens ingezet. Van huis-tuin-en-keukenmiddelen als azijn en zout (in tuinen van particulieren), tot aan gepatenteerde chemische verbindingen (in de openbare ruimte). Met name het effectieve, maar zeer giftige glyfosaat (bekend onder de merknaam Roundup), was lange tijd favoriet. Maar zoals bij chemische bestrijding meestal het geval is: glyfosaat verdelgt niet alleen onkruid, ook alle andere organismen gaan eraan ten onder. De giftige werking is zo sterk, dat mensen er kanker van kunnen krijgen. Mede hierdoor zijn veel gemeenten en groenbeheerders anders gaan denken over de bestrijding van ongewenst groen.

Schoffelen en borstelen

Omdat er (nog) geen ecologisch verantwoorde bestrijdingsmiddelen bestaan, zijn schoffelen en borstelen de meest gebruikte methoden om ongewenst groen te beheersen. Dit gebeurt zowel mechanisch als met de hand. Beide methoden zijn arbeidsintensief en alleen door regelmatige herhaling effectief. Een andere manier is branden met een gasbrander. Door de celstructuur met vuur kapot te maken, sterven de planten af. Ditzelfde gebeurt ook bij het gebruik van kokend water en stoom. Nadeel is dat deze methoden veel energie kosten en dat al het bodemleven dat zich direct op of onder de plant bevindt, ook het loodje legt.

In de natuurinclusieve leefomgeving gaat het niet altijd meer om netjes en aangeharkt, maar ook om wild, inheems en gevarieerd.

Onkruidwerende beplanting

Het GreentoColour©-concept van vaste plantenkweker Griffioen Wassenaar is speciaal ontwikkeld om jaarrond een dichtbegroeide en kleurige borderbeplanting te creëren, waar onkruid weinig kans krijgt. Het totaalconcept wordt toegepast in grotere (bedrijfs)tuinen en openbaar groen en is gericht op een optimaal visueel resultaat, lange levensduur en minimale beheerskosten. GreentoColour© is gelabeld met de hoogste duurzaamheidsscore: NL Plantlabel A.

Vaste planten concept GreentoColour - Griffioen Wassenaar

Slim aanleggen scheelt kosten

Welke methode ook wordt toegepast, van onkruid is niet te winnen. Daarom is het verstandig om al bij het ontwerp van de buitenruimte rekening te houden met de beheerfase. Bijvoorbeeld door slimme keuzes te maken bij de beplanting van borders en groenstroken. Met de juiste duurzame materialen, bestrating en (inheemse) planten is veel werk te voorkomen. Zo zijn er kant-en-klare beplantingsconcepten, met een mix van ecologisch verantwoorde vaste planten, die onkruid geen kans geven om te kiemen of te woekeren. Dit levert niet alleen prachtige plantvakken op, het maakt het beheer eenvoudiger en de ‘total cost of ownership’ een stuk lager.

Urban rewilding

Een nieuwe trend voor het beheer van openbaar groen in de stad is om spontane begroeiing te omarmen en te integreren in de inrichting van de openbare ruimte. Het begrip Urban Rewilding is in opkomst en houdt in dat er plekken in de stad gecreëerd worden waar wilde inheemse begroeiing vrijelijk mag floreren. Veel steden hebben tegenwoordig een stadsecoloog in dienst die het proces van Urban Rewilding in goede banen moet leiden. Dat is niet altijd gemakkelijk, want de acceptatie van spontaan groeiende kruiden en planten vraagt om een compleet andere blik op wat gewenst is en wat niet.

Inheems en gevarieerd

Daarmee zijn we weer terug bij het begrip beeldkwaliteit. Want voor veel mensen betekent een hoge beeldkwaliteit nog steeds dat er geen sprietje onkruid te zien mag zijn. Madeliefjes in het gras, mos tussen tegels of wilde kruidjes bij de boomspiegel: allemaal funest voor de ‘beeldkwaliteit’. Maar juist deze variëteit is goed voor de ecologie en draagt in hoge mate bij aan het broodnodige herstel van de biodiversiteit in de stad. Daarom is een aanpassing nodig in wat gezien wordt als hoge beeldkwaliteit. In de natuurinclusieve leefomgeving gaat het niet altijd meer om ‘netjes en aangeharkt’, maar ook om ‘wild, inheems en gevarieerd’.

Dit artikel verscheen eerder in GWW Totaal